Inleiding:
Gonadotroop hormoon (v. Gr. gonos of gonè = verwekking, tropos
= richting) of gonadotrofine (v. Gr. trophè = voeding), ook
gonadotropine, benaming voor de glandotrope hormonen die
noodzakelijk zijn voor de ontwikkeling en het functioneren van
de geslachtsklieren (eierstokken en zaadballen).
Drie ervan worden geproduceerd in de hypofysevoorkwab: het
follikelstimulerend hormoon (FSH) en het luteïniserend hormoon
(LH), ook aangeduid als interstitiële-cellen-stimulerend
hormoon (ICSH); de afscheiding van FSH en LH wordt
gestimuleerd door releasing hormones, afkomstig uit de
hypothalamus. Voorts is prolactine (LTH, = luteotroop
hormoon), dat althans bij de rat het onder invloed van het LH
groeiende, gele lichaam stimuleert, in deze functie ook een
gonadotroop hormoon.
Een vierde gonadotroop hormoon wordt door de chorioncellen van
de placenta (= moederkoek) afgescheiden: het (menselijke)
choriongonadotropine (HCG), functioneel nauw verwant met LH.
Tijdens de zwangerschap komen grote hoeveelheden HCG in de
urine. Op het aantonen hiervan berusten de moderne
zwangerschapsreacties. Urine van zwangeren wordt dan ook
gebruikt voor de bereiding van HCG; dit vindt, al of niet
gecombineerd met FSH, eveneens toepassing bij steriliteit,
maar ook bij menstruatiestoornissen ten gevolge van
onvoldoende vorming of functie van het gele lichaam, en voorts
bij jongetjes bij wie de zaadballen niet in het scrotum zijn
ingedaald (cryptorchisme).
De door de gonadotrope hormonen gestimuleerde geslachtsklieren
produceren geslachtshormonen die, via de bloedbaan en de
hypothalamus (door beïnvloeding van de afgifte van LH en FSH
releasing hormone), op hun beurt de productie van de
gonadotrope hormonen FSH en LH door de hypofyse remmen en
onder bepaalde omstandigheden ook stimuleren. Dit
terugkoppelingsmechanisme wordt bij de vrouw in een bepaald
ritme door de hypothalamus beïnvloed, waardoor de afscheiding
van FSH en LH een cyclisch patroon volgt dat de ovulatie en
daardoor de menstruatiecyclus bepaalt.
Winning en toepassing:
Bij de vrouw in de overgang, m.n. na de menopauze, bij wie
net de werking van de eierstok is opgehouden, wordt de
hypofyse ontremd en produceert dan veel FSH, dat met de urine
wordt uitgescheiden. Hierdoor kan urine van vrouwen nog jaren
in de postmenopauze gebruikt worden als uitgangsmateriaal voor
de productie van een stof met FSH-werking: humane menopausale
gonadotrofine (HMG).
HMG wordt toegepast ter behandeling van steriliteit bij
vrouwen die kinderloos blijven doordat in de eierstokken geen
of onvoldoende follikelgroei optreedt en daardoor geen
eicellen beschikbaar komen (overstimulatie door humaan FSH of
HMG kan leiden tot meerlingzwangerschap. Beide hormonen worden
eveneens gebruikt bij de behandeling van mannen met gestoorde
productie van zaadcellen.
|
Hoofdmenu |
|