Insuline

 

 

 

Inleiding:

Insuline, een hormoon met invloed op de glucosestofwisseling. Insuline wordt gevormd door de bètacellen van de eilandjes van Langerhans in de alvleesklier. Een tekort aan insuline leidt tot suikerziekte.
 

Ontdekking:

Het bestaan van dit hormoon werd sinds 1890 verondersteld, toen J. von Mering en O. Minkowski bij verwijdering van de alvleesklier bij honden suikerziekte zagen ontstaan.
In 1920 verkreeg de Nederlander N. Waterman werkzame extracten uit een kliertje van kraakbeenvissen, echter zonder praktisch gevolg.
In 1921 slaagden de Canadezen Frederick Grant Banting en Best erin insuline uit alvleesklieren te extraheren.
Spoedig werd een fabrieksmatig extractieproces ontwikkeld en kon het leven van suikerzieken met tientallen jaren worden verlengd (zie ook antidiabetica).
De chemische samenstelling van insuline werd in 1956 door Frederick Sanger en medewerkers in Engeland ontdekt.
 

Functie:


Insuline bevordert de verbranding van glucose (vrijmaking van energie). Hoe hoger de bloedsuikerspiegel is, des te sterker is de insulineproductie en -afgifte. Deze is het hoogst in de eerste uren na elke maaltijd. Zie verder bloedsuiker.

Insuline stimuleert het binnendringen van glucose vanuit het bloed in de spiercellen, waarbij tevens het transport van aminozuren door de celmembraan en de opbouw van eiwitten daaruit wordt verhoogd. Insuline stimuleert de vorming van enzymen die leiden tot vorming van glycogeen in spiercellen en in de lever, waar ook de stapeling wordt bevorderd. Insuline remt daarnaast de afgifte van vetzuren uit vetdepots (lipolyse), die de normale omzetting van glucose storen.

Bij relatief of absoluut tekort aan insulinewerking (dwz. bij suikerziekte) moet veel meer glucose aan de cel worden aangeboden, doordat dit dan slecht in de cel doordringt. Het gevolg is een ontwrichting van de normale stofwisseling: er ontstaan abnormale, voor het lichaam schadelijke bijproducten en de bloedsuikerspiegel stijgt tot een veelvoud van de normale waarde (hyperglykemie). Toegediende insuline leidt de suikerstofwisseling en de daarmee verbonden processen snel weer in normale banen.

Aangezien insuline haar werkzaamheid verliest bij aanwezigheid van darmsappen, kan zij niet door de mond worden ingenomen, maar alleen worden ingespoten. Daar zuivere insuline slechts een kortdurende werking heeft, zijn er talrijke preparaten gemaakt waaruit de insuline langzaam vrij komt: men verkrijgt zodoende een langdurige werking van één injectie. Een overmaat aan insuline, die behalve door te hoge dosering ook door ziekteprocessen in het lichaam zelf kan ontstaan, doet de bloedsuikerspiegel beneden normale waarden dalen. Er kunnen dan krampen ontstaan die gevolgd worden door bewusteloosheid (coma hypoglycemicum), soms ook psychische uitzonderingstoestanden met desoriëntatie, onrust en agressie.

 

Bouw en industriële productie:

Het molecule is opgebouwd uit twee achter elkaar geschakelde ketens van resp. 21 en 30 aminozuren, die onderling door tweemaal twee zwavelatomen (S-S-bruggen) zijn verbonden. Het molecuulgewicht is 6000.

Insuline wordt in het lichaam aangemaakt en ook ten dele in de bloedbaan afgescheiden als pro-insuline (met een polypeptide geschakeld tussen beide ketens). De synthese van menselijke insuline werd in 1966 gerealiseerd, maar bleek niet voor de praktijk geschikt. Menselijk insuline wordt thans gemaakt via de recombinant DNA-techniek. De fabrieksmatige extractie van insuline uit runder- of varkensalvleesklieren is daardoor overbodig geworden. De sterkte wordt uitgedrukt in I.E.

 

Bloedsuiker:

In het bloed opgeloste glucose (normaal vrijwel de enige suiker die in bloed voorkomt), afkomstig uit het voedsel of uit andere stoffen, gevormd in de lever.

In de darmen worden koolhydraten, zoals zetmeel, in het voedsel afgebroken tot enkelvoudige suikers, die worden opgenomen uit de darmholte en gebracht in het door de darmwand stromende bloed. Deze absorptie is selectief: alleen de voor het lichaam bruikbare suikers glucose, fructose en galactose worden opgenomen. De laatste twee worden in de lever en in de spieren omgezet in glucose.

De bloedsuikerspiegel is de concentratie van glucose in het bloedplasma, bedraagt in nuchtere toestand 4,45–5,56 m.mol per liter, overeenkomend met de oude notering van 0,8–1 gram per liter. Kort na iedere maaltijd stijgt de concentratie, maar binnen een uur is de spiegel weer normaal, doordat de overmaat glucose in lever en spieren opgeslagen wordt in de vorm van glycogeen. Dit geschiedt onder invloed van het hormoon insuline, dat geproduceerd wordt in de eilandjes van Langerhans in de alvleesklier. Als de bloedsuikerspiegel stijgt, wordt er meer insuline geproduceerd.

Bij suikerziekte is de productie van insuline pathologisch verminderd, waardoor de suikerspiegel in het bloed abnormaal hoog kan worden (hyperglykemie) en glucose zelfs door de nier uitgescheiden kan worden (glucosurie). Als de weefsels zoveel glucose uit het bloed opnemen dat de bloedsuikerspiegel onder de norm daalt, wordt glycogeen in de lever teruggevormd tot glucose, dat dan aan het bloed wordt afgestaan. Dit geschiedt onder invloed van twee hormonen: glucagon, dat naast insuline door de eilandjes van Langerhans geproduceerd wordt, en adrenaline, dat geproduceerd wordt door het bijniermerg.

 

Eilandjes van Langerhans:


Groepen van hormoonproducerende cellen, die verspreid liggen in de alvleesklier; zij vormen 2–3% van de totale massa van dit orgaan.

Er zijn ten minste vier soorten endocriene cellen te onderscheiden:

a. de A-cellen, verantwoordelijk voor de productie van glucagon;

b. de B-cellen, verantwoordelijk voor de productie van insuline;

c. de D-cellen, verantwoordelijk voor de productie van `somatostatine;

d. de F-cellen, verantwoordelijk voor de productie van het pancreaspolypeptide.

Doordat de bloedafvoer van de alvleesklier verloopt naar de lever, is dit orgaan het eerste en vaak ook belangrijkste doelwitorgaan voor genoemde hormonen.


OMIM: Insulin; INS 176730

MedicineNet: Insulin

MedlnePlus: Insulin

Pathophysiology of the endocrine system: The structure of insulin

Pathophysiology of the endocrine system: Insulin synthesis and secretion

 

Terug naar hoofdmenu Hoofdmenu

 


 

Anti-Spam Knop. Schrijf het e-mail adres op, voordat u op de knop drukt