Inleiding:
Schildklierhormoon, benaming voor thyroxine en in de praktijk ook
voor de daarmee verwante stoffen die geproduceerd worden in de
epitheelcellen van de follikels van de schildklier. De term
schildklierhormoon wordt dus slechts gebruikt voor een van de twee
soorten door de schildklier van de mens (en van hogere gewervelde
dieren) geproduceerde hormonen.
Bouw:
Het voor de productie van het schildklierhormoon noodzakelijke
jodium kan door de kliercellen uit het bloed, waarin het als
jodide circuleert, worden geconcentreerd.
Deze jodiumval (Eng.: iodine-trap) is zo effectief dat vrijwel al
het jodium dat in de bloedsomloop komt in zeer korte tijd wordt
weggevangen door de schildklier.
Het wordt geoxideerd en in het aminozuur tyrosine ingebouwd. Uit
twee moleculen gejodeerd tyrosine ontstaat dan een van de twee
schildklierhormonen: trijoodthyronine (T3) of tetrajoodthyronine
(T4); dit T4 wordt gewoonlijk thyroxine genoemd.
Deze stoffen worden waarschijnlijk gevormd binnen een veel groter
eiwitmolecule en in deze vorm, nl. als thyreoglobuline
(molecuulgewicht ca. 660 000), in de schildklierfollikels
opgeslagen als schildkliercolloïd. Dit kan weer door cellen in de
wand van de blaasjes worden opgenomen, maar wordt dan door
proteolyse (= ontleding van eiwitstoffen) onteiwit en als
thyroxine resp. het fysiologisch belangrijker trijoodthyronine aan
het bloed afgegeven, waar vrijwel alle T3 en T4 meteen wordt
gekoppeld aan het transporterende eiwit TBG (afk. v. Eng.
Thyroxine Binding Globuline).
Het niet aan TBG gebonden schildklierhormoon wordt opgenomen in
alle cellen van het lichaam en oefent daarin het biologische
effect uit. Het aan TBG gebonden schildklierhormoon vormt een
reservoir waaruit, naar behoefte van het lichaam, het vrije
schildklierhormoon wordt losgemaakt.
Voor de productie en secretie van schildklierhormoon is
noodzakelijk het glandotrope hormoon van de hypofysevoorkwab: het
thyreotroop hormoon (TSH). Het vrije schildklierhormoon is de
regulerende factor in het negatieve terugkoppelingsmechanisme van
de secretie van het thyreotroop hormoon. Alhoewel T4 het
belangrijkste secretieproduct is van de schildklier, wordt het
hormoon door dejodering in perifere weefsels omgezet in T3, dat
biologisch sterker werkzaam is dan T4.
Functie:
Het schildklierhormoon zet overal in het lichaam de
stofwisselingsprocessen in de cellen aan, waarschijnlijk via de
invloed op de oxidatieve processen in de mitochondriën (zie
celademhaling, citroenzuurcyclus en ademhalingsketen). Het is
onontbeerlijk voor normale groei en geestelijke ontwikkeling.
Bij te geringe en bij te grote productie ontstaat een veelheid van
stoornissen, zie hypothyreoïdie en cretinisme, resp.
hyperthyreoïdie en ziekte van Basedow.
|
Hoofdmenu |
|