Inleiding:
De citroenzuurcyclus bestaat uit een serie chemische reacties die
essentieel zijn voor de oxidatieve stofwisseling van glucose en
andere eenvoudige suikers. Het doel van de citroenzuurcyclus is de
vorming van NADH en FADH2 voor de
ademhalingsketen. De afbraak van glucose tot kooldioxide en
water wordt koolhydraat katabolisme genoemd en de
citroenzuurcyclus is de derde stap in een proces dat uit vier
stappen bestaat.
De eerste stap is de
glycolyse; de tweede stap is de oxidatieve decarboxylering ( Het
Pyruvate Dehydrogenase Complex
zet pyrodruivenzuur om in acetyl coënzym A ) de derde stap is de citroenzuurcyclus en de vierde stap
is de
oxidatieve fosforylering.
De enzymen van de citroenzuurcyclus zijn gelokaliseerd in het
mitochondrion evenals de enzymen van het pyruvaat dehydrogenase
complex en de enzymen die de bèta oxidatie van de vetzuren
uitvoeren. De citroenzuurcyclus vindt plaats in het vloeibaar
gedeelte van het mitochondrion ( Matrix).
In de glycolyse wordt glucose omgezet in pyrodruivenzuur ( pyruvic
acid ). In de eerste stap van de citroenzuurcyclus wordt het
acetyl gedeelte ( CH3CO ) van acetyl CoA verkregen van
pyrodruivenzuur. Omdat tijdens de glycolyse per molecuul glucose
twee moleculen pyrodruivenzuur vrijkomen, moet de
citroenzuurcyclus twee maal worden doorlopen om een molecuul
glucose af te breken.
De naam citroenzuurcyclus is afgeleid van het eerste product dat
ontstaat uit de serie omzettingen in deze cyclus; namelijk
citroenzuur.
Als erkenning voor het feit dat
Hans Adolf Krebs
de citroenzuurcyclus heeft ontdekt,
wordt deze cyclus ook wel de Krebs cyclus genoemd.
|
|
Sir Hans Adolf Krebs
( geboren op 25 augustus 1900;
overleden op 22 november 1981 )
|
Omdat citroenzuur drie carboxylgroepen ( COOH ) bevat , wordt de
citroenzuurcyclus ook wel de Tricarboxylic acid cycle ( TCA cycle
) genoemd.
De citroenzuurcyclus is een oxidatiecyclus ( oxidatie is het
proces waarbij elektronen worden afgestaan ) waarin
brandstofmoleculen afkomstig uit vetten ( Acetyl CoA ),
suikers ( acetyl CoA ) en aminozuren
( acetyl CoA , alpha-ketoglutaarzuur , barnsteenzuur en
ketobarnsteenzuur ) geoxideerd worden tot kooldioxide.
Hoewel zuurstof geen rol speelt in de citroenzuurcyclus zelf, kan
de cyclus alleen verlopen ander aërobe omstandigheden. Dit komt
omdat de gereduceerde coënzymen (NADH en FADH2) vrijwel
uitsluitend geoxideerd kunnen worden door elektronen overdracht
(oxidatieve fosforylering) via een carriersysteem waarbij
moleculaire zuurstof de uiteindelijke elektronen acceptor is.
De aërobe ademhalingsketen kan niet plaatsvinden in de erytrocyt,
omdat de erytrocyt geen mitochondriën heeft. Erytrocyten
moeten voor hun energie winning gebruik maken van de
anaërobe afbraak van voedingsstoffen . De glycolyse is dan het
belangrijkste proces waarbij ATP-vorming plaatsvindt.
De citroenzuurcyclus begint en eindigt met een verbinding van
acetyl-coënzym A en oxaalazijnzuur die samen citroenzuur
vormen. Deze zuursamenstelling bevat 6 koolstofatomen. Door een
reeks van chemische reacties met enzymen tijdens de cyclus worden
echter twee koolstofatomen afgesplitst. De cyclus zorgt er ook
voor dat het molecule weer wordt opgebouwd , waardoor dit aan het
eind van de cyclus weer is omgezet in oxaalazijnzuur. Het proces
begint overnieuw wanneer het oxaalazijnzuur opnieuw een verbinding
aangaat met acetyl-coënzym A. Een zo'n cyclus levert een
energierijke molecule ATP ( gevormd bij het vrijkomen van vier
elektronen ) en een molecule GTP op.
De in de cyclus voorkomende tussenproducten dienen als grondstof
voor de biosynthese van nieuw celmateriaal.
Enzymen in de citroenzuurcyclus:
De cyclus is enzym gekatalyseerd, waarbij de volgende enzymen een
rol spelen:
-
Citrate (Si)-synthase
Enzym synoniemen: (R)-citric synthase, Condensing enzyme,
Citrogenase, Oxaloacetate transacetase, Oxalacetic transacetase,
Citrate condensing enzyme, Citrate oxaloacetate-lyase
[(pro-3S)-CH(2)COO(-)->acetyl-CoA], Citrate
oxaloacetate-lyase, CoA-acetylating, Citrate synthase, Citrate
synthetase, Citric synthase, Citric-condensing enzyme.
ExPASy:
EC 2.3.3.1
acetyl-CoA + H2O + oxaloacetate
<=> Citrate + CoA
acetyl-CoA + H2O + oxaalazijnzuur
<=> citroenzuur + CoA
C23H38N7O17P3S
+ H2O + C4H4O5
<=> C6H8O7
+
C21H36N7O16P3S
-
Aconitase Hydratase
Enzym synoniemen: Citrate hydro-lyase; Aconitase
ExPASy:
EC 4.2.1.3
Citrate <=> cis-aconitate + H2O
Citroenzuur <=> cis-aconietzuur + H2O
C6H8O7 <=>
C6H6O6 +
H2O
-
Aconitase Hydratase
Enzym synoniemen: Citrate
hydro-lyase; Aconitase
ExPASy:
EC 4.2.1.3
cis-aconitate + H2O <=> isocitrate
cis-aconietzuur + H2O <=>
isocitroenzuur
C6H6O6 + H2O
<=>
C6H8O7
-
isocitrate dehydrogenase ( NAD+ )
Enzym synoniemen: Isocitric dehydrogenase;
Beta-ketoglutaric-isocitric carboxylase
ExPASy:
EC 1.1.141
Isocitrate + NAD+ <=>
2-oxoglutarate + CO2 + NADH
Isocitroenzuur + NAD+ <=>
a-ketoglutaarzuur + NADH +
CO2
( isocitroenzuur + NAD+ <=>
oxaalbarnsteenzuur + NADH )
( oxaalbarnsteenzuur <=> a-ketoglutaarzuur +
CO2 )
C6H8O7 +
C21H28N7O14P2
<=> C5H6O5 +
CO2 +
C21H29N7O14P2
+ H+
-
α-ketoglutarate dehydrogenase complex
( De oxidatieve decarboxylering van
alpha-ketoglutaarzuur tot barnsteenzuur CoA )
Het a-ketoglutarate dehydrogenase complex is een
multi-enzymcomplex die bestaat uit 3 proteïne subeenheden:
• Oxoglutarate dehydrogenase (lipoamide) ( E1k )
Enzym synoniemen: Oxoglutarate decarboxylase;
Alpha-ketoglutaric dehydrogenase
ExPASy:
EC 1.2.4.2
• dihydrolipoamide s-succinyltransferase; DLST (
E2k )
OMIM:
126063
• dihydrolipoyl dehydrogenase ( E3 )
Enzym synoniemen: Lipoamide reductase (NADH); E3 component of
alpha-ketoacid dehydrogenase complexes; Lipoyl dehydrogenase;
Dihydrolipoyl dehydrogenase; Diaphorase.
ExPASy:
EC 1.8.1.4
a ketoglutarate + HS CoA + NAD+
<=> Succinyl CoA + NADH +
H+ + CO2
a-ketoglutaarzuur + HS CoA + NAD+
<=> barnsteenzuur Coënzym A + NADH + H+ +
CO2
C5H6O5 +
C21H36N7O16P3S
+
C21H28N7O14P2
<=>
C25H40N7O19P3S
+
C21H29N7O14P2
+ H+ + CO2
1- alpha-ketoglutarate +
TPP => 3-carboxy-1-hydroxypropyl-TPP + CO2
2- 3-carboxy-1-hydroxypropyl-TPP + lipoamide =>
S-succinyldihydrolipoamide + TPP
3- S-succinyldihydrolipoamide + CoA => succinyl-CoA +
dihydrolipoamide
4- dihydrolipoamide + FAD => lipoamide + FADH2
[alpha-ketoglutarate dehydrogenase]
5- FADH2 + NAD+ => FAD + NADH + H+
[alpha-ketoglutarate dehydrogenase]
-
Succinate--CoA ligase (GDP-forming)
Enzym
synoniemen: Succinyl-CoA synthetase (GDP-forming).
ExPASy:
EC 6.2.1.4
GDP + succinyl-CoA + phosphate
<=> GTP + succinate +
CoA
GDP + barnsteenzuur Coënzym A + fosfaat
<=> GTP + barnsteenzuur + CoA
( GTP: guanosine triphosphate, GDP: guanosine
diphosphate )
C10H15N5O11P2
+
C25H40N7O19P3S
+ H3O4P <=>
C10H16N5O14P3
+ C4H6O4 +
C21H36N7O16P3S
-
Succinate dehydrogenase
Enzym synoniemen: Succinic
dehydrogenase, Fumarate reductase, Fumarate dehydrogenase,
Fumaric hydrogenase.
ExPASy:
EC 1.3.99.1
Succinate + FAD <=> fumarate +
FADH2
barnsteenzuur + FAD <=> fumaarzuur + FADH2
C4H6O4 +
C27H33N9O15P2 <=> C4H4O4 +
C27H35N9O15P2
-
Fumarase Hydratase
Enzym synoniemen: Fumarase
ExPASy:
EC 4.2.1.2
fumarate + H2O
<=> (S)-malate
fumaarzuur + H2O
<=> appelzuur
C4H4O4 + H2O
<=>
C4H6O5
-
Malate Dehydrogenase
Enzym synoniemen: Malic dehydrogenase
ExPASy:
EC 1.1.1.37
(S)-malate + NAD+ <=> oxaloacetate
+ NADH
appelzuur + NAD+ <=> oxaalazijnzuur +
NADH
C4H6O5 +
C21H28N7O14P2
<=> C4H4O5 +
C21H29N7O14P2
+ H+
Overall reactie:
2 pyruvate + 2 GDP + 2 H3PO4 + 4
H2O + 2 FAD + 8 NAD+
→ 6 CO2 + 2 GTP +
2 FADH2 + 8 NADH
Aangeboren stoornissen in de citroenzuurcyclus:
-
Fumarase Deficiency ( fumarase deficiëntie )
Synoniemen:
fumaricaciduria ( fumaarzuur acidurie )
ExPASy:
EC 4.2.1.2
fumarate + H2O
<=> (S)-malate
OMIM:
606812
OMIM:
Clinical Synopsis
OMIM:
Fumarase Hydratase
-
Dihydrolipoyl dehydrogenase deficiëntie
ExPASy: Dihydrolipoamide dehydrogenase
EC 1.8.1.4
Enzym synoniemen: Lipoamide reductase (NADH); E3 component
of alpha-ketoacid dehydrogenase complexesLipoyl
dehydrogenase; Dihydrolipoyl dehydrogenase; Diaphorase.
Dihydrolipoamide + NAD+
<=> lipoamide + NADH
OMIM:
246900 ( Dihydrolipoamide dehydrogenase ; DLD )
OMIM:
248600 ( Maple Syrup Urine Disease Type III )
OMIM:
Clinical Synopsis
-
α-ketoglutarate dehydrogenase deficiency
Synoniemen: Alpha-KGD Deficiency,
2-@Ketoglutarate Dehydrogenase Deficiency,
Oxoglutaricaciduria
OMIM:
203740
OMIM:
Clinical Synopsis
ExPASy:
EC 1.8.1.4
a ketoglutarate + HS CoA + NAD+
<=> Succinyl CoA + NADH +
H+ + CO2
-
Gecombineerd defect van succinate dehydrogenase en
aconitase
Overzicht citroenzuurcyclus:
Overall energiebalans:
De overall energiebalans per glucose molecuul is :
|
Aerobisch |
Anaerobisch |
2 ATP gebruikt in de glycolyse |
- 2 ATP |
- 2 ATP |
4 ATP gevormd in de glycolyse |
+ 4 ATP |
+ 4 ATP |
2 NADH2 gevormd in de glycolyse via
elektronentransportketen
|
+ 6 ATP |
|
8 NADH2 gevormd in de citroenzuurcyclus via de
e.t.
|
+ 24 ATP |
|
2 GTP in de citroenzuurcyclus |
+ 2 ATP |
|
2 FADH2 in de citroenzuurcyclus via de
elektronentransportketen
|
+ 4 ATP |
|
Totaal |
38 ATP |
2 ATP |
Soms wordt een totaal van 36 ATP aangehouden, omdat bekend is dat
in eukaryote cellen het gereduceerde NAD, dat gevormd is door de
glycolyse in het cytoplasma, actief getransporteerd moet worden
over de mitochondriële membraan om beschikbaar te komen voor de
elektronentransportketen.
Het actieve transport over het membraan kost 1 ATP voor elk NADH
dat getransporteerd wordt.
Wanneer men zo wil redeneren , moet men ook het actieve transport
van andere moleculen in ogenschouw nemen. ( pyruvaat ? , fosfaat ?
, Mg+ etc ).
Het juiste netto resultaat van ATP is onbekend , maar moet worden
beschouwd als minder dan 36.
Zuurstof in de citroenzuurcyclus:
De citroenzuurcyclus in de cel kan alleen plaatsvinden bij
aanwezigheid van zuurstof. Zuurstof is nodig als een
elektronenacceptor na de oxidatie van NADH en FADH. Wanneer er
geen zuurstof aanwezig is kunnen deze moleculen niet oxideren. Dit
houd in dat er geen energie meer wordt geproduceerd en
NAD+ en FAD niet worden geregenereerd. Wanneer de
voorraad NAD+ en FAD uitgeput is zullen de reacties in
de citroenzuurcyclus stoppen omdat deze moleculen essentieel zijn
voor de cyclus.
Het effect van een tijdelijk tekort aan zuurstof kan worden
waargenomen tijdens perioden van intensieve inspanning. Wanneer er
geen zuurstof voorhanden is, kan de citroenzuurcyclus niet
plaatsvinden, zodat de cellen in de spieren gebruik moeten maken
van de energie die vrijkomt bij de afbraak van glucose tot
pyruvaat. Wanneer een overmaat aan pyruvaat begint op te bouwen ,
wordt pyruvaat omgezet in melkzuur die een acidose van het bloed
veroorzaakt. Dit wordt ervaren als spierkramp. Tijdens een meer
aanhoudende inspanning kan het spierweefsel op een niveau opereren
waarbij de citroenzuurcyclus kan blijven bestaan en waarbij het
melkzuur snel genoeg kan worden afgebroken. In deze situatie zijn
de longen en het bloed in staat de cellen in de spieren van
voldoende zuurstof te voorzien, zodat NADH en FADH kunnen worden
geoxideerd.
|
Hoofdmenu |
|